Waarom
Brandweer Hollands Midden maakt sinds jaar en dag gebruik van bluswater uit brandkranen die zijn aangesloten op het drinkwaterleidingnet. Twee ontwikkelingen zorgen ervoor dat er in de toekomst locaties zullen komen waar niet voldoende of niet voldoende snel over de noodzakelijke hoeveelheid bluswater beschikt kan worden. Ten eerste omdat de waterleidingen een kleinere diameter krijgen. Hierdoor kan er niet altijd een brandkraan op aangesloten worden. Ten tweede door een afname van het aantal tappunten, bijvoorbeeld in nieuwbouwwijken waar er standaard meer afstand tussen deze punten zit. In het deelproject ‘Configuratie brandkranen’ is bepaald welke brandkranen voor bluswerkzaamheden behouden blijven. Dat is circa zestig procent van de huidige brandkranen.
WTS-500
VRHM ontwikkelde het ‘gestapeld bluswaterconcept’ voor situaties waar niet of onvoldoende snel bluswater geleverd kan worden. De aanvullende bluswatervoorziening wordt in die gevallen geleverd door speciale voertuigen met een watertransportsysteem en een watertanksysteem, de WTS-500. Dit voertuig kan worden ingezet om extra water te transporteren, maar kan ook water halen uit nabijgelegen oppervlaktewater, zoals een kanaal of sloot. Het grote drie-assige voertuig kan maar liefst tienduizend liter water met zich meedragen en heeft vijfhonderd meter slangen aan boord. Uiteindelijk, zo is de verwachting, zijn er in de toekomst negen à elf WTS-500-voertuigen nodig voor de hele regio om het gestapeld bluswaterconcept optimaal uit te kunnen voeren.
Meedenkers
De brandweerkazernes van Rijnsburg, Stolwijk en Boskoop gaan in 2022 proefdraaien met de WTS-500 om te kijken of het voertuig technisch aan alle eisen voldoet. Daarom leveren deze kazernes in 2021 ieder een ploeglid om mee te denken over het chassis en de opbouw van het systeem. Jan van Herk van de kazerne Stolwijk is zo’n meedenker. “Ik werd gevraagd vanwege mijn ervaring met pompen in mijn dagelijks werk en ik vond het een mooie uitdaging. In twee jaar tijd hebben we van een concept op papier nu een complex rijdend voertuig op de weg. Ik ben daar wel trots op, ook omdat onze regio de eerste is die met de WTS-500 gaat werken. Het proces liep fijn; wij mochten steeds schieten op de plannen en suggesties doen. En daar is goed naar geluisterd. Het was alleen jammer dat we door de coronamaatregelen niet vaker in de fabriek konden meekijken. Maar we hebben nu een voertuig waar we jaren mee vooruit kunnen.”